Over leven in Berlijn
Door Max Arian
Eigenlijk worden deze stukken van Judith Herzberg veel te weinig gespeeld, schrijft de Süddeutsche Zeitung. Zij heeft volgens deze krant voor de levensgeschiedenissen van joodse overlevenden na de Tweede Wereldoorlog een ‘bewonderenswaardig nuchtere, geheel onsentimentele, zelfs komische wijze van vertellen’ gevonden: ‘Haar figuren hebben verschrikkelijke dingen beleefd, toch zijn ze niet uitsluitend overlevenden, maar levenden.’
Te weinig gespeeld? Leedvermaak uit 1982 en de vervolgen Rijgdraad (1995) en Simon (2002) zijn in Duitsland de laatste jaren al vele malen te zien geweest, soms gecombineerd. Simon is zelfs geschreven in opdracht van het Schauspielhaus Düsseldorf. Toch is er nu in Berlijn pas voor de eerste keer sprake van een voorstelling bestaande uit de drie stukken, zij het sterk bekort. Zou zij niet door het Holland Festival of de Amsterdamse Stadsschouwburg naar Nederland kunnen worden gehaald? In het Nederlands is de hele trilogie nog nooit achter elkaar gespeeld. Waarom toch niet? Ook de verfilmingen met een supercast door Frans Weisz trokken maar een beperkt publiek. Is Nederland een beetje moe van het naoorlogse joodse leed?
Dan is er sprake van een misverstand, want ook de Frankfurter Rundschau constateert dat het joodse lot in deze trilogie staat voor een hoger lot, dat van de mens: ‘Iedereen is goed, iedereen is slecht. Iedereen sleept zijn verleden met zich mee, in het heden, in de toekomst, in de dood.’
Duitsland heeft een plezierige manier om met het hoofdwerk van onze belangrijkste dichteres en toneelschrijfster om te gaan. Niet schuldbeladen, zoals wij Nederlanders allicht zullen verwachten. Eerder alsof het om een gedeeld verleden gaat, een oorlog die op verschillende manieren ingrijpend is geweest. In Oldenburg, in Noord-Duitsland, zag ik in 2006 de trilogie in een regie van K.D. Schmidt. Hij had zijn spelers in het eerste stuk uitgedost in een onmogelijke combinatie van kledij en haardossen uit de jaren zeventig en joodse keppeltjes. Maar in de twee volgende stukken werden de acteurs steeds meer gewone mensen, op het laatst bijna oermensen die elkaar rond een vuur hun verhalen vertelden.